Verordening 2019/4 (.PDF)(externe link) van het Europees parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van gemedicineerde diervoeders, regelt de voorwaarden voor de vervaardiging, de opslag, het vervoer, het in de handel brengen (met inbegrip van de in- en uitvoer) en het gebruik van gemedicineerde diervoeders en tussenproducten.
In deze verordening wordt verduidelijkt dat gemedicineerde diervoeders het statuut van diervoeder hebben (in tegenstelling tot geneesmiddelen bedoeld in verordening (EU) nr. 2019/6). Met deze bijkomende verordening wordt de diervoederwetgeving bijna volledig geharmoniseerd op Europees niveau.
De voornaamste wijzigingen tegenover de vroegere wetgeving (op basis van richtlijn 90/167/EEG van de Raad):
De verordening is rechtstreeks van toepassing in de Europese unie en primeert dus boven nationale wetgevingen die nog moeten worden opgeheven of aangepast. De Europese Commissie zal tegen 28 januari 2023 deze verordening nog aanvullen met specifieke maximumniveaus van kruisverontreiniging met antimicrobiële werkzame stoffen. Intussen blijven de toleranties ingesteld door het FAVV van toepassing.
Op de website van de FOD vindt u meer informatie over de wetgeving gemedicineerde diervoeders.
Terug naar het dossieroverzicht