Dierenartsen trekken aan alarmbel: “Dierenwelzijn, voedselveiligheid en economie dreigen in de problemen te komen”

Dierenartsen trekken aan alarmbel: “Dierenwelzijn, voedselveiligheid en economie dreigen in de problemen te komen”

VeDa, de beroepsorganisatie van de Vlaamse dierenartsen, en haar Waalse zusterorganisatie UPV, Union Professionnelle Vétérinaire, trekken aan de alarmbel. Er is al een hele tijd ongerustheid bij de zelfstandige dierenartsen, BMO’s (Belast Met Opdracht) genoemd, die opdrachten uitvoeren voor het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (het FAVV).
Door de nieuwe organisatie van de keuring van de slachtdieren, het niet nakomen van afspraken en de verlieslatende kleine opdrachten dreigen naast het dierenwelzijn in de slachthuizen ook de voedselveiligheid en de economie in de problemen te komen.

Momenteel is er een herziening van het ‘KB Keuring’ bezig.
Daarin staat ook hoe de slachthuizen het FAVV betalen voor het uitvoeren van de keuring door de BMO’s. Tot nu toe gebeurt die betaling op basis van aantal dieren en slachtritme. In de toekomst zal dit echter gebaseerd zijn op het aantal BMO’s die aanwezig zijn in het slachthuis tijdens het slachten.
De slachthuissector, vertegenwoordigd door hun sectororganisaties FEBEV en VIP/NVP, streeft naar een minimum aantal BMO’s in het slachthuis.
De beroepsverenigingen van de dierenartsen verzetten zich hiertegen. “Het verminderen van het aantal BMO’s aan de slachtlijn zal zorgen voor een hogere werkdruk en een mogelijk negatieve invloed op de voedselveiligheid”, zeggen de beroepsorganisaties VeDa en UPV.
Het FAVV stelt dat er voldoende BMO’s ingezet moeten worden om de voedselveiligheid te kunnen garanderen, maar moet dit nog concreet maken.

Het Kabinet van bevoegd minister Clarinval moet nu de knoop doorhakken, maar weigert de dierenartsen te ontvangen.
“Dit verbaast ons, want andere betrokkenen zijn wel gehoord. We vrezen dan ook dat met onze argumenten geen rekening zal gehouden worden en betreuren dat we voor de betrokken minister blijkbaar ‘quantité négligable’ zijn”, aldus de beroepsorganisaties.

In het nieuwe KB Keuring zal het toezicht op dierenwelzijn in de slachthuizen worden teruggeschroefd. Op dit moment houden de BMO’s nog toezicht tot het laatste dier bedwelmd en verbloed is. In de toekomst zal een groot deel van dit toezicht enkel nog door werknemers van het slachthuis zelf uitgevoerd worden. Dat dit niet werkt, bewijst het verleden…

Maar niet enkel in de slachthuiswereld is er beroering. Veel BMO’s voeren ook andere opdrachten uit voor het FAVV zoals exportcertificaties van levende dieren of vlees. Deze opdrachten zijn vaak heel kort van duur en verlieslatend. Anderzijds vragen ze van de BMO’s wel een grote flexibiliteit en voortdurende bijscholing op eigen initiatief en kosten.

In al onze buurlanden worden de zelfstandige dierenartsen 50 tot 75% meer betaald. Om die reden kiezen veel grensdierenartsen ervoor om over de grens hetzelfde werk te gaan doen.
Hierdoor neemt het aantal dierenartsen dat werkzaam wil zijn als BMO zienderogen af, terwijl zij wel broodnodig zijn. De Europese verordeningen verplichten immers de aanwezigheid van dierenartsen bij het slachten en bij een groot aantal exportcertificaties. Van de BMO’s wordt ook een zeer grote flexibilteit gevraagd (onregelmatige uren, nacht- en weekendwerk) die ze enkel kunnen garanderen dankzij hun zelfstandig statuut. Door hun opleiding zijn zij daarenboven de best gekwalificeerde uitvoerders voor deze opdrachten”, beklemtonen de organisaties.

Kortom: het gevoerde beleid verhoogt het risico op incidenten met dierenwelzijn en voedselveiligheid en zal daarnaast onvermijdelijk leiden tot ernstige problemen voor de Belgische economie en export.

Contact: VeDa Chris Landuyt 0477 35 45 96
UPV secretariaat 067 21 21 11

Reeds verschenen in de pers :

Nieuwsblad

Vilt

TV

Lid worden van VeDa?

Geniet van talrijke voordelen, zoals ondersteuning, kortingen en bijscholingen.