De Vlaamse en Waalse landbouwers komen de openbare weg op. Ten noorden van ons land waren ze er de laatste jaren al aan gewend. De tractor colonnes naar den Haag verliepen grosso modo zonder geweld of vandalisme maar de gevolgen voor onze noorderburen die op logistiek vlak als een hartpatiënt het ene verkeersinfarct na het andere ternauwernood overleven, waren voor de modale burger van de Randstad voelbaar. In Duitsland trokken de landbouwers van de deelstaat Bayern als eersten de straten op en de weken daarna waren er op verschillende plaatsen in Frankrijk hevige manifestaties van boeren.
De ene kijkt het vast af van de ander zou je denken als buurtbewoner van een door tractoren afgezette hoofdweg. Je weet wel: facebook en tiktok en zo. Als een modeverschijnsel. Kadert perfect in het rijtje van de ice-bucket challenge, planking, swish-swish. Social media generatie.
Vervelender wordt het wanneer je in de rij zit achter zo een colonne tractoren op de snelweg. Iedereen heeft een reden om daar te zijn . Iedereen heeft wel ergens een afspraak later op de dag waarvan onduidelijk is of die nog haalbaar is. Kinderen van school afhalen, een business meeting, op weg naar een klant die staat te wachten, een afspraak met die ene persoon die al maanden ingepland was.
En de extra files in ons land veroorzaakt door de veehouders zorgen ook voor leed en schade: je zal maar op weg zijn naar het ziekenhuis, al dan niet gepland en een voertuig bedoeld voor werkzaamheden op de akker voor je op de autostrade aantreffen. Om nog niet te spreken van de schade die direct aan onze economie wordt toegebracht. Het hinderen van de circulatie rond de hoofdstad en rond onze havens zorgt voor een verlies dat al snel in de miljoenen loopt.
Hebben de Aalsterse burgemeester, onze Vlaamse minister-president en VOKA dan gelijk wanneer ze oproepen om de waanzin te stoppen? Stakingsrecht is in België en Vlaanderen volgens de grondwet niet exclusief voorbehouden aan ambtenaren en loontrekkenden. Dat durft niemand in twijfel te trekken. Maar het hinderen van het verkeer op autostrades en het opwerpen van barricades op de openbare weg is een vergrijp waarop straffen staan.
VeDa, de vereniging van Vlaamse dierenartsen, ondersteunt de geweldloze acties van onze Vlaamse veehouders. Als beroepsgroep zijn we al decennia bevoorrecht getuige van de evoluties bij onze boeren.
Robert Schuman. De Franse socialist die in 1950 als minister van buitenlandse zaken onder impuls van diens cabinetchef Jean Monnet, het idee uitvoerde om toenadering te zoeken met Duitsland, is goed op weg op heilig verklaard te worden. Hij en zijn cabinetchef waren de grondleggers van het huidige Europa: de bron van de rijkdom en vrede waarin we vandaag leven dus.
In navolging van zijn ideeën werd in1957 het verdrag van Rome ondertekend, het vertrekpunt van de Europese Gemeenschap. Voedselvoorziening wordt een kerntaak van de gemeenschap. Betaalbaar voedsel voor iedereen is de hoeksteen van de samenwerking. Niet zo verwonderlijk. 500 Opeenvolgende jaren van oorlog en vrede in Europa hadden het inzicht verschaft dat elke oorlog voorafgegaan werd door een periode van sociale onrust. Deze sociale onrust vond telkens zijn oorsprong in voedselschaarste. Mislukte oogsten of handelsboycots zorgden er altijd weer voor dat de bevolking honger had. Dat leidde tot sociale conflicten. De overheden wilden hun eigen positie vrijwaren en hevelden het conflict over naar het territoriale niveau. Zo wisselden oorlog en vrede zich af in Europa na de val van het Byzantijnse rijk.
In 1962 botsten de belangen van Europa, dat steeds meer zelfvoorzienend was op vlak van voedselvoorziening, met de belangen van de VS die als nieuwe leider in de wereldhiërarchie was opgestaan. In de havens van Zeebrugge, Antwerpen en Rotterdam konden als politiek compromis “oliehoudende zaden” zonder importheffing aan wal gebracht worden. Dit betekende in de praktijk de import van eiwitrijke producten vanuit de VS die in Europa moeilijker (duurder) te kweken waren . De veeteelt deed wat verwacht werd (door Amerikaanse en Europese overheden) : rond deze havensteden ontwikkelde zich een intensieve veeteelt met een dicht netwerk van toeleveraars. En “last but not least”: tegen zeer concurrentiële prijzen.
Laat ons niet Sicco Mansholt vergeten: een boer-politicus voor 1950 en geestelijke vader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EEG vanaf 1960. Hij werkte 15 jaar intensief aan een intensivering en automatisering van de landbouw. De nobele en goedbedoelde insteek betrof niet alleen de Europese voedselvoorziening maar was ook bedoeld om de “arbeider-boer” een plaats te geven in de maatschappij als “werknemer-boer”. Efficiënter werken door toepassing van nieuwe technologie, meer produceren en minder moeten werken. Dat alles onder het toeziend oog van de EEG die wel zou bepalen wat en hoeveel de boer zou produceren.
Destijds wekten zijn plannen grote ongerustheid op bij de landbouwers. De onafhankelijkheid van de producent-ondernemer stond op het spel. De concurrentie met import vanuit overzeese regio’s met andere regels was een bezorgdheid. Dat fulmineerde in de grote boerenbetogingen in Brussel in 1971. Politici en ordehandhavers herinneren zich deze protesten nog. Er was een ongeziene naoorlogse solidariteit onder de landbouwers. Helaas werden de manifestaties soms ongezien baldadig. Gelukkig is onze rechtstaat op 50 jaar tijd ook technologisch geëvolueerd. Vandaag de dag komt niemand nog weg met vernielingen of geweld. Gelukkig maar voor ons allemaal.
Uiteindelijk deden alle schakels in de landbouw wat er van hun verwacht werd: de efficiëntie opdrijven: de veehouders maar ook alle toeleveraars. Ondergetekenden, de dierenartsen, zijn er trots op een significante bijdrage te hebben kunnen leveren aan het verminderen van de gezinsuitgaven voor voedsel in de periode van 1900 tot 2020. In deze periode daalde het aandeel van het gezinsbudget aan voedsel van minstens 50 procent naar 11 procent.
Anno 2024 wordt de vraag naar voedselveiligheid of voedselvoorziening niet meer luidop gesteld. Niet door politici, niet door consumenten. Desalniettemin is een hele beroepsgroep samen met toeleveraars daar nog steeds 24 op 7 mee bezig.
De luidst gestelde vragen die de landbouwsector vandaag wél krijgt, zijn (in willekeurige volgorde)
- Duurzaamheid dieren en landbouwgewassen
- De vraag naar bio-producten
- De biodiversiteit van de fauna en flora
- Dierenwelzijn
- Stikstofdepositie
- Energie-efficiëntie
- Stikstof in oppervlaktewater
- Fosfor in de grond
- Langleefbaarheid dieren
- Rendabiliteit
- Antibioticumreductie
- Methaanreductie
- CO2 reductie
- Eiwitcirulatie
Als beroepsgroep durven we te stellen dat 95% van onze veehouders dit ziet als een realiteit die zich vertaalt als een actielijst, dagelijks in te vullen.
Kunnen we ons dit wel correct en volledig voorstellen?
Een voorbeeld.
Een gemiddeld melkveebedrijf heeft een eigen vermogen (passief en actief ) van 2 miljoen euro. Het rendement ligt op 6 a 7 procent. De tijd tussen het uitgeven van een euro en het terug verdienen ervan bedraagt circa 2 jaar. De gemiddelde kostprijs om een liter melk te produceren bedroeg vorig jaar 36 cent per liter melk, de opbrengstprijs was 40 cent: het gaat over een “ goed jaar “, maar dan wel zonder doorrekenen van een eigen arbeidsinkomen. Het betreft een sector die rekent met en afhankelijk is van centiemen.
Met alle opgesomde duurzaamheidscriteria wordt er zoveel mogelijk rekening gehouden. De reactie van de sector is zoals je het zou verwachten van een sector die zichzelf respecteert: stevig en met nog strengere lastenboeken voor iedereen. Alles om het imago van de melk of het vlees te beschermen.
De bijkomende uitdagingen waar onze veehouders mee geconfronteerd worden vandaag zijn echter talrijk:
- Grote investeringen zijn nodig om aan alles te voldoen, terwijl de meeste bedrijven geen opvolger hebben; deze investeringen kunnen ook niet doorgerekend worden in de prijs van hun producten
- Waar toch een opvolger is, kan 75 tot 85% van onze veehouders met het huidige stikstofdecreet zijn/haar milieuvergunning (toelating om bedrijf uit te baten) naar verwachting niet hernieuwen
- Met de “green deal“ wordt een meer diverse fauna beoogd. Er wordt van de boeren verwacht dat ze dit bijpassen met 5% braaklegging aan gemiddeld €100.000/ ha in Vlaanderen
- Landbouwgrond wordt alsmaar meer beschouwd als publiek bezit. De overheid geeft miljoenen euro’s uit via Natuur en bos om landbouwgrond op te kopen aan woekerprijzen, de geïnteresseerde landbouwers zwaar overbiedend. Er gaat netto nooit een hectare bebouwing over naar “natuur”: het gaat bijna altijd over gecultiveerde open ruimte.
- Dierenwelzijn: onze veehouders zijn de top in Europa wat betreft dierenwelzijn. Als puntje bij paaltje komt, wordt ook dat niet verrekend.
- Stikstofdepositie: een complex dossier waarbij de volgende vragen nog steeds niet volledig beantwoord zijn:
- Methode van meten?
- Effect op biodiversiteit?
- Verschil met de depositie vanuit industrie en huishoudens?
Als we terugkomen op de initiële vraag: verdient het protest vanuit de landbouw het respect van de diergeneeskunde?
Laat ons daarom misschien eindigen met een vaststelling: in 2020 reden we ‘s avonds rond op weg naar zieke dieren of problemen met de kudde. Comme d’habitude 24/7. Tussen 19h55 en 20h05 reden we opeens tussen erehagen. Klappen voor de witte schorten weet je nog wel? Helden in de ziekenhuizen. Nooit de behoefte gevoeld om terug te zwaaien. Eindeloos respect voor onze humane artsen en verpleegkundigen. Ook wetende dat de andere maar misschien vergeten helden ons verwachtten.
Vergeet onze veehouders niet. Onze gezamenlijke missie is om jou en je familie gezond te houden.
Misschien durven we daarom te rekenen op jouw begrip wanneer je achter die colonne tractoren hangt deze week.